Docent verpleegkunde Eveline de Beer legt uit hoe de ICF codering is opgebouwd.
De ICF bestaat uit 1400 codes. Als verpleegkundige
moet je kunnen zoeken in de ICF en moet je zelf codes kunnen gebruiken en maken. Ook
andersom kun je vanuit de code komen tot de beschrijving van het functioneren
van iemand.
Een voorbeeld van een ICF code is:
d4501.3 Ernstig beperkt in lopen van lange afstanden.
De ICF code is opgebouwd uit drie onderdelen:
Het eerste deel van de code wordt gemarkeerd door een letter:
b (body) > fysiologische en mentale functies;
s (structures)>anatomische eigenschappen;
d (domain)>activteiten (a) en participaties (p);
e (environmental)>externe factoren.
Het tweede en derde onderdeel van de code vormen de cijfers.
Voor de punt geeft een categorie aan. Het cijfer na de punt de typering (mate van de ernst van de stoornis).
Duur: 6:56 minuten